afdingen

werkw.

Uitspraak:	[ˈɑvdɪŋə(n)]
Afbreekpatroon:	af·din·gen
Vervoegingen:	dong af (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft afgedongen (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

minder geld willen geven dan gevraagd

Voorbeeld:	`Wie goed kan afdingen, houdt veel geld over.`
Synoniem:	afpingelen
Daar valt niets op af te dingen.	(dat is helemaal waar)

afknibbelen   afpingelarij   afpingelen   dingen   geritsel   gesjacher   handjeklap   marchanderen   onderhandelen   pingelen   sjacheren   

• (Amsterdams) proberen wat van de prijs af te krijgen (zelfde als pingelen, afpingelen)
• • [inerg] "~ op": door onderhandelen een prijs omlaag zien te krijgen. •tweede betekenisomschrijving. •enz.
• 1) Aanmerken 2) Lager bieden 3) Krengelen 4) Tawarren 5) Knibbelen 6) Minder bieden 7) Dingen 8) Minder bieden dan de gevraagde prijs 9) Gesjacher 10) Geritsel 11) Gispen 12) Bedingen 13) Handjeklap 14) Beknibbelen 15) Pingelen 16) Marchanderen 17) Afpingelen 18) Afknibbelen 19) Afbieden 20) Onderhandelen
• Een vorm van verdelingsonderhandeling waarbij wordt onderhandeld over prijzen en voorwaarden van een transactie.

Toon uitgebreidere definities

afdingen

Waar komt de uitdrukking iets op de kop tikken vandaan en wat wordt ermee bedoeld? Zie Iets op de kop tikken

Wat is de verleden tijd van afdingen?

De verleden tijd van afdingen is 'dong af'. Het voltooid deelwoord is 'heeft afgedongen'.

Wat betekent afdingen?

'minder geld willen geven dan gevraagd'

Hoe spel je afdingen?

afdingen spel je A F D I N G E N

Wat is een ander woord voor afdingen?

Andere woorden voor afdingen zijn afknibbelen, afpingelarij, afpingelen, dingen, geritsel, gesjacher, handjeklap, marchanderen, onderhandelen, pingelen en sjacheren.

Zoek afdingen op Woordenlijst.org
Zoek afdingen op Google
Zoek afdingen op Wikipedia