onderbreken

werkw.
Uitspraak:  [ɔndərˈbrekə(n)]
Afbreekpatroon:  on·der·bre·ken
Vervoegingen:  onderbrak (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft onderbroken (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

tijdelijk stoppen
Voorbeeld:  `Wij onderbreken deze uitzending voor een extra bericht.`


Synoniemen
afbreken   doen ophouden   in de rede vallen   interrumperen   onderbreking   verbreken   

5 definities op Encyclo
  • Uit `De lagere vaktalen: Taal van post-, telegraaf- en telefoonpersoneel` 1914 een locaal gesprek voor een interlocaal onderbreken.
  • • [ov] actie ondernemen om een in gang zijnd proces tot staan te brengen.
  • er voor een tijdje mee stoppen vb: de opname werd onderbroken voor de lunch Synoniem: schorsen Tegenstellingen: continueren doorgaan vervolgen voortzetten iemand laten stoppen vb: mag ik u even onderbreken?
  • 1) Ophouden 2) Onverwachts storen 3) Staken 4) Storen 5) Tijdelijk ophouden 6) Tijdelijk doen ophouden 7) Interrumperen 8) Verbreken 9) In de rede vallen 10) Derangeren 11) Pauzeren 12) Schorsen 13) Uitstellen 14) Afbreken
  • Onderbreken is storen, in de rede vallen. [basiswoordenlijst groep 4]
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van onderbreken?
De verleden tijd van onderbreken is 'onderbrak'. Het voltooid deelwoord is 'heeft onderbroken'.
Wat betekent onderbreken?
'tijdelijk stoppen'
Hoe spel je onderbreken?
onderbreken spel je O N D E R B R E K E N
Wat is een ander woord voor onderbreken?
Andere woorden voor onderbreken zijn afbreken, doen ophouden, in de rede vallen, interrumperen, onderbreking en verbreken.

Op andere websites
Zoek onderbreken op Woordenlijst.org
Zoek onderbreken op Google
Zoek onderbreken op Wikipedia