omcirkelen

werkw.

Uitspraak:	[ɔmˈsɪrkələ(n)]
Afbreekpatroon:	om·cir·ke·len
Vervoegingen:	omcirkelde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft omcirkeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

een cirkel om iets heen tekenen of maken

Voorbeeld:

`een rood omcirkeld icoontje`

draaien om   een cirkel tekenen om   omsingelen   omsluiten   

• 1) Rondtrekken 2) Omsingelen 3) Met een rondje aangeven 4) Omsluiten
• De klassieke opening van een matchrace. Na het binnenvaren van het startgebied beginnen beide tegenstanders elkaar te omcirkelen in de richting van de klok, waarbij elk probeert de beste positie te verkrijgen en te verhinderen dat de ander die positie krijgt.
• Omcirkelen is in een verslag of betoog ergens een cirkel omheen trekken om er de aandacht op te vestigen. [basiswoordenlijst groep 6]

Toon uitgebreidere definities

Wat is de verleden tijd van omcirkelen?

De verleden tijd van omcirkelen is 'omcirkelde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft omcirkeld'.

Wat betekent omcirkelen?

'een cirkel om iets heen tekenen of maken'

Hoe spel je omcirkelen?

omcirkelen spel je O M C I R K E L E N

Wat is een ander woord voor omcirkelen?

Andere woorden voor omcirkelen zijn draaien om, een cirkel tekenen om, omsingelen en omsluiten.

Zoek omcirkelen op Woordenlijst.org
Zoek omcirkelen op Google
Zoek omcirkelen op Wikipedia