de noemer
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | ['numər] |
| Afbreekpatroon: | noe·mer |
| Verbuigingen: | noemers (meerv.) |
getal onder de streep van een breuk (2) | Voorbeeld: | `In de breuk 3/4 is de noemer vier.` | |
| Antoniem: | teller |
5 definities op Encyclo
- • [wiskunde] het getal onder de streep van een breuk.
- getal in een breuk onder de breukstreep vb: de noemer van twee derde is de drie alles onder één noemer brengen [er één groep van maken]
- 1) Deler 2) Aanduider in een breukgetal 3) Cijfer in een breukgetal 4) Getal 5) Rekenkundig begrip 6) Aandoener 7) Deeltal 8) Eerste naamval 9) Breukgetal 10) Deel van een rekenkundige bewerking 11) Deel van een breuk 12) Wiskundig getal 13) Rekenkundige term
- Getal waarnaar een breuk vernoemd wordt; van 3-5 (drie vijfde) heet 5 de noemer, 3 de teller.
- onderste getal in een breuk Jaar van herkomst: 1508 (Kool )
Toon uitgebreidere definitiesHerkomst volgens etymologiebank.nl
noemer (onderste getal in een breuk)Taaladvies
Schrijf je teller en noemer in een breukgetal los?
Zie drie vierde / een derde / zes achtste / een half / drie en een half / een kwart / vier en een kwartVraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de noemer' of 'het noemer'?
Het is 'de noemer', want noemer is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die noemer'.
Wat is het meervoud van noemer?
Het meervoud van noemer is 'noemers'. Eén noemer, twee noemers.
Wat betekent noemer?
'getal onder de streep van een breuk '
Hoe spel je noemer?
noemer spel je N O E M E R Op andere websites
Zoek
noemer op Woordenlijst.org
Zoek
noemer op Google
Zoek
noemer op Wikipedia