mishandelen

werkw.
Uitspraak:  [mɪsˈhɑndələ(n)]
Afbreekpatroon:  mis·han·de·len
Vervoegingen:  mishandelde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft mishandeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(iemand) slecht behandelen en pijn doen
Voorbeeld:  `ernstig mishandeld`


Synoniemen
aftuigen   maltraiteren   molesteren   pijnigen   

6 definities op Encyclo
  • • [ov] iemand slecht behandelen en pijn doen of verwonden.
  • iemand pijn doen of verwonden vb: hij mishandelt zijn kinderen
  • 1) Transeneren 2) Haren trekken 3) In elkaar slaan 4) Ongezond maken 5) Molesteren 6) Knoeien 7) Treiteren 8) Toetakelen 9) Letsel toebrengen 10) Klappen geven 11) Klappen uitdelen 12) Maltraiteren 13) Ontkennen 14) Aftuigen 15) Boosheidsverschijnsel 16) Negeren 17) Folteren 18) Beulen 19) In elkaar rammen
  • Mishandelen is zich aan iemand vergrijpen. [basiswoordenlijst groep 6]
  • slecht behandelen, letsel toebrengen
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van mishandelen?
De verleden tijd van mishandelen is 'mishandelde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft mishandeld'.
Wat betekent mishandelen?
'(iemand) slecht behandelen en pijn doen'
Hoe spel je mishandelen?
mishandelen spel je M I S H A N D E L E N
Wat is een ander woord voor mishandelen?
Andere woorden voor mishandelen zijn aftuigen, maltraiteren, molesteren en pijnigen.

Op andere websites
Zoek mishandelen op Woordenlijst.org
Zoek mishandelen op Google
Zoek mishandelen op Wikipedia