het meubelstuk

zelfst.naamw.

Uitspraak:	['møbəlstʏk]
Afbreekpatroon:	meu·bel·stuk
Verbuigingen:	meubelstukken (meerv.)

iets dat je in je huis zet om er prettig te kunnen wonen, zoals een bed, kast, stoel

Voorbeeld:	`Tijdens de crisis heeft de familie alle antieke meubelstukken moeten verkopen.`
Synoniem:	meubel

meubel   

• •voorwerp dat behoort tot de inrichting van een kamer, zoals een bank, stoel, tafel, kast, bed etc.
• 1) Meubel 2) Zit- of ligobject 3) Bijzettafel 4) Toilettafel 5) Deel van de huisraad 6) Bank 7) Canapé

Toon uitgebreidere definities

Is het 'de meubelstuk' of 'het meubelstuk'?

Het is 'het meubelstuk', want meubelstuk is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat meubelstuk'.

Wat is het meervoud van meubelstuk?

Het meervoud van meubelstuk is 'meubelstukken'. Eén meubelstuk, twee meubelstukken.

Wat betekent meubelstuk?

'iets dat je in je huis zet om er prettig te kunnen wonen, zoals een bed, kast, stoel'

Hoe spel je meubelstuk?

meubelstuk spel je M E U B E L S T U K

Wat is een ander woord voor meubelstuk?

Een ander woord meubelstuk is meubel.

Zoek meubelstuk op Woordenlijst.org
Zoek meubelstuk op Google
Zoek meubelstuk op Wikipedia