markeren

werkw.

Uitspraak:	[mɑr'kerə(n)]
Afbreekpatroon:	mar·ke·ren
Vervoegingen:	markeerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gemarkeerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

door een teken laten opvallen

Voorbeelden:

`markeren met een rode cirkel eromheen`,
`De vakjes die je moet invullen zijn gemarkeerd met een sterretje.`

Synoniemen

13 definities op Encyclo

[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Markeren``] Den pas markeren is eene beweging, die verrigt wordt, door afdeelingen, welke afstand naar achteren moeten winnen, bij voorbeeld bij het
•het afbakenen van een grens. •tweede betekenisomschrijving. •enz.
er een teken op zetten vb: ik heb die zin met een gele stift gemarkeerd Synoniem: merken
1) Aanduiden door tekens 2) Brandmerken 3) Aangeven 4) Inbranden 5) Aanduiden 6) Afzetten 7) Branden 8) Merken 9) Onderstrepen 10) Schijnbeweging uitvoeren 11) Aankruisen 12) Afbakenen 13) Tekenen 14) Stempelen 15) Aanstrepen
Door geurafscheiding territorium aanduiden..

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van markeren is 'markeerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gemarkeerd'.

'door een teken laten opvallen'

markeren spel je M A R K E R E N

Andere woorden voor markeren zijn aanduiden, afzetten, branden, brandmerken, inbranden en merken.

Op andere websites

Recentelijk gezocht