| Uitspraak: | [vərɑntˈwordələk] |
| Afbreekpatroon: | ver·ant·woor·de·lijk |
| Voorbeeld: | `verantwoordelijk zijn voor de boekhouding` | |
| Synoniemen: | aansprakelijk, responsabel | |
| een verantwoordelijke baan | (een baan waarbij veel mensen afhankelijk zijn van hoe je je werk doet) |
