• wie met honden omgaat, krijgt vlooien (=wie in slecht gezelschap verkeert, neemt slechte gewoonten over) • in de plooi zetten (=op orde brengen) • de plooien glad strijken (=de ruzie bijleggen) • de aap vlooien (=uitzichtloos en nutteloos werk doen) • dat is de aap gevlooid (=dat is onbegonnen werk.) Toon alle 6 spreekwoorden die looi bevatten
2 definities op Encyclo
Let op: Spelling van 1858 run, bast van eiken en berken, waarmede men looit
1) Fijngemalen eikenbast 2) Stof waarmee leer bewerkt wordt 3) kledingstuk 4) Run 5) Gemalen run 6) Gemalen eikenbast voor leerbereiding 7) Gemalen eikenbast 8) Stof om leer te bereiden 9) Fijngemalen run 10) Eikenschors 11) Fijn gemalen eikenbast 12) Fijngemalen eikenschors