I loge

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ˈlɔ:ʒə]
Afbreekpatroon:	lo·ge
Verbuigingen:	loges (meerv.)

gedeelte van een schouwburg of stadion met enkele zitplaatsen

Voorbeeld:

`zijloge`

IIa de logé

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[loˈʒe]
Afbreekpatroon:	lo·ge
Verbuigingen:	logés (meerv.)
Verbuigingen:	logeetje (verkleinwoord)

IIb de logee

zelfst.naamw. (v.)

Uitspraak:	[loˈʒe]
Afbreekpatroon:	lo·ge
Verbuigingen:	logees (meerv.)
Verbuigingen:	logeetje (verkleinwoord)

gast die blijft slapen

Voorbeelden:

`Wim is een logé, Annemarie is een logee`, `Wim en Jan zijn logés, Annemarie en Lisa zijn logees`

gast   overnachter   portiershokje   schouwburgplaats   slaapgast   slaper   theaterzitplaats   vrijmetselaarsloge   vrijmetselarij   

• [I] loods, bergplaats, handelskantoor [II] plaats in theater
• apart hokje met zitplaatsen, bijvoorbeeld in een schouwburg vb: we hadden plaatsen in de loge
• Let op: Spelling van 1858 Fr., loggia, Ital., stoel, zetel; zekere afgesloten zitplaats in den schouwburg; de geslotene kamer der vrijmetselaars, in welke niemand, zonder het afgesproken teeken te geven, ingelaten wordt; ook elk genootschap van vrijmetselaars zelf. Elke dier loges draagt eenen bijzonderen naa...
• [Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Frans), in schouwburgen een afgesloten en overdekte zitplaats; bij vrijmetselaars, de zaal waar zij vergaderen.
• 1) Rang in een schouwburg 2) Vrijmetselaarsafdeling 3) Vrijmetselaarsloge 4) Bioscooprang 5) Schouwburgrang 6) Hokje 7) Portiersverblijf 8) Rang 9) Vereniging van vrijmetselaars 10) Zitplaats in een theater 11) Pensiongast 12) Portierswoning 13) Portiershokje 14) Figuur uit das rheingold 15) Toneelrang

Toon uitgebreidere definities

• logeeradres• logeerbed• logeergebouw• logeerkamer• logeerpartij• logeervergoeding• logement• logen• logenstraffen• logeren

• horloge• polshorloge• zakhorloge• zorghorloge• zijloge• vrijmetselaarsloge• twittervirologe• theologe• sociologe• seksuologe• psychologe• portiersloge• politicologe• pathologe• paleontologe• neurologe• kwartshorloge• gynaecologe• geologe• filologe

loge (speciale plaats in een schouwburg; gebouw voor vereniging van vrijmetselaars; portiershokje)

1. Wat is juist: logé of logee? Zie logé / logee
2. Wat is het meervoud van logé: logés of logees? Zie Logees / logés

Wat is het meervoud van loge?

Het meervoud van loge is 'loges'. Eén loge, twee loges.

Wat betekent loge?

'gedeelte van een schouwburg of stadion met enkele zitplaatsen'

Hoe spel je loge?

loge spel je L O G E

Wat is een ander woord voor logee?

Andere woorden voor logee zijn gast, overnachter, portiershokje, schouwburgplaats, slaapgast, slaper, theaterzitplaats, vrijmetselaarsloge en vrijmetselarij.

Zoek loge op Woordenlijst.org
Zoek loge op Google
Zoek loge op Wikipedia