• zijn land ligt in zijn schoenen (=hij is een grote opschepper) • menen ligt dicht bij Kortrijk (maar verre van Waregem) (=iets menen is niet genoeg; je moet er zeker van zijn.) • het ligt er duimdik bovenop (=het is overduidelijk) • het ligt aan de schaatsen en nooit aan de man. (=men geeft het gereedschap eerder de schuld dan zichzelf) • het geluk ligt in een klein hoekje (=geluk komt onverwachts) Toon alle 10 spreekwoorden die ligt bevatten