• zachtgekookt ei (=onheldhaftig persoon) • verstand hebben van gekookt eten. (=ergens verstand van hebben.) • het is sop en gekookt eten. (=het is hetzelfde.) • een onbekookt plan (hebben) (=een plan hebben waar niet goed over is nagedacht) Naar de spreekwoorden
1 definitie op Encyclo
•tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van koken. •derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van koken. •verouderde gebiedende wijs van koken.