kiepen

• bevallen (Deinzes)  

• met de kippen op stok gaan (=vroeg naar bed gaan)
• er als de kippen bij zijn (=er razendsnel bij zijn)
• achterna kakelen de kippen (=achteraf is het makkelijk kritiek geven)
Naar de spreekwoorden

Hoe kun je met kippen een ander begrip versterken?
er als de kippen bij zijn; kijken als de kippen naar het onweer;

• 1.uitkomen, te voorschijn komen Voorbeeld: ‘De groenigheid kipte uit boven de grond’ 2.beginnen, ontstaan, verschijnen Voorbeeld: ‘De eerste dagen leek het buiten, als wanneer na 't woeden van een felle storm, de stilte aandoet gelijk een wonder, de dageraad kipt met een nieuwe zon aan de hemel’
• pas geboren kalf; jong, onervaren meisje - Voorbeeld: ‘En ale ik moeder was zou ik u die manieren afleren; ge vergeet dat ge nog een nuchter kippen zijt - verleden jaar waart ge nog op school’
• [Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Handel), geldsnoeien, afvijlen; ook het werken van een handelshuis, dat zich met moeite staande houdt.
• [Bargoens, boeventaal] aandeel, portie. Heb jij er ook kippen aan?
• 1) Kiepen 2) Kantelen 3) Hoenders 4) Pluimvee

Toon uitgebreidere definities

• kippenbedrijf• kippenboer• kippenboerderij• kippenborst• kippendief• kippendrift• kippendrum• kippenei• kippeneindje• kippenfokkerij• kippengaas• kippenhok• kippenkont• kippenlever• kippennest• kippenneuker• kippenpoot• kippenragout• kippenren• kippensoep
• Toon alle woorden die beginnen met kippen

• ropeskippen• skippen
• Toon alle woorden die eindigen op kippen

1. kippen (kantelen)
2. kippen (uitbroeden)
3. kippen (vangen)

Zoek kippen op Woordenlijst.org
Zoek kippen op Google
Zoek kippen op Wikipedia