hypothekeren

werkw.
Uitspraak:  [hipote'kerə(n)]
Afbreekpatroon:  hy·po·the·ke·ren
Vervoegingen:  hypothekeerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gehypothekeerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) een hypotheek nemen (met het genoemde als onderpand) financieel
Voorbeeld:  `je huis hypothekeren`

2) een bedreiging of hindernis vormen voor (wat je noemt)
Voorbeeld:  `het politieke geruzie hypothekeert de toekomst`


2 definities op Encyclo
  • •als hypotheek stellen. •tweede betekenisomschrijving. •enz.
  • Het overdragen van bezit aan een crediteur als onderpand voor het terugbetalen van een lening. Categorie: Functionele activiteiten > economische en financiële functies.
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden eindigen op hypothekeren:
verhypothekeren

Taaladvies
(de toekomst -) Is de toekomst hypothekeren correct? Zie Hypothekeren

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van hypothekeren?
De verleden tijd van hypothekeren is 'hypothekeerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gehypothekeerd'.
Wat betekent hypothekeren?
'een hypotheek nemen (met het genoemde als onderpand)' en 'een bedreiging of hindernis vormen voor (wat je noemt)'
Hoe spel je hypothekeren?
hypothekeren spel je H Y P O T H E K E R E N

Op andere websites
Zoek hypothekeren op Woordenlijst.org
Zoek hypothekeren op Google
Zoek hypothekeren op Wikipedia