• wie in het schuitje zit moet meevaren (=wie ergens mee begonnen is moet dit ook afmaken) • met de nachtschuit vertrekken (=er erg stilletjes vandoor gaan) • met de nachtschuit komen (=laat komen / iets vertellen dat iedereen al weet) • in hetzelfde schuitje varen/zitten (=met dezelfde omstandigheden te maken hebben, hetzelfde lot ondergaan) • in het schuitje zitten en mee moeten varen (=mee moeten doen, zich niet meer kunnen terugtrekken) Toon alle 6 spreekwoorden die huit bevatten