de horeca

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[ˈhoreka]
Afbreekpatroon:	ho·re·ca

alle hotels, restaurants en cafés samen

Voorbeelden:

`De horeca is tegen een rookverbod.`,
`in de horeca werken`,
`groothandel voor horecabenodigdheden`

Synoniemen

8 definities op Encyclo

1) Economische sector 2) Bedrijfstak 3) Bedrijfstak van hotels 4) Horecasector
bedrijfsgroep van hotel-, restauranthouders e.d. Jaar van herkomst: 1940 (Picarta: titel van A.C. de Vooijs )
bedrijfstak die bestaat uit commerciële dienstverlenende ondernemingen die logies verstrekken en/of spijzen en dranken voor gebruik ter plaatse, zoals een hotel, restaurant, snackbar, café enz.; bedrijfstak van horecabedrijven
De 'horeca' is de bedrijfstak die alle eet- en drinkgelegenheden en logiesverstrekkende bedrijven omvat.
De horeca is het hotel -, restaurant - en caféwezen . [basiswoordenlijst groep 8]

Deze woorden beginnen met horeca:

Deze woorden eindigen op horeca:

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Taaladvies

Schrijf je samenstellingen met een verkorting aaneen? Zie horecabadrijf / horeca bedrijf

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

Het is 'de horeca', want horeca is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die horeca'.

'alle hotels, restaurants en cafés samen'

horeca spel je H O R E C A

Een ander woord horeca is horecasector.

Op andere websites

Recentelijk gezocht