• zoveel hoofden, zoveel zinnen (=iedereen heeft een eigen mening waarbij men moeilijk samen tot een oplossing kan komen) • zijn hoed zit altijd op zijn hoofd (=hij groet nooit iemand) • wie het grootste hoofd heeft, moet de grootste hoed hebben (=iemand die het recht heeft op het grootste deel, moet dat ook krijgen) • wie boter op zijn hoofd heeft moet niet in de zon lopen (=wie schuldig is houdt zich best gedeisd) • vurige kool op iemands hoofd stapelen (=iets goeds doen voor een vijandig persoon) Toon alle 71 spreekwoorden die hoof bevatten