• wie met honden omgaat, krijgt vlooien (=wie in slecht gezelschap verkeert, neemt slechte gewoonten over) • wanneer twee honden vechten om een been, loopt de derde ermee heen (=als twee strijdende personen of partijen zich richten op elkaar, kan een ander daarvan profiteren door zich datgene toe te eigenen waar om gestreden wordt) • veel honden zijn der hazen dood (=voor de overmacht moet men wel bezwijken) • met onwillige honden is het slecht hazen vangen (=het is moeilijk om samen te werken met mensen die niet willen) • maak geen slapende honden wakker (=zwijgen over iets, om te voorkomen dat een autoriteit op het idee komt om er werk van te maken) Toon alle 12 spreekwoorden die honden bevatten