de hoek

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[huk]
Verbuigingen:	hoeken (meerv.)

1) plaats waar twee wanden of muren aan elkaar vastzitten

Voorbeelden:	`de hoeken van een kamer`, `op de hoek van de straat`, `voor straf in de hoek van de klas staan`
alle hoeken van de kamer laten zien	((iemand) afranselen)
je niet in een hoek laten drukken	(zorgen dat je niet uit je positie verjaagd wordt)

2) richting

Voorbeelden:

`Uit welke hoek waait de wind?`, `Ik weet niet in welke hoek ik de oorzaak van het probleem moet zoeken.`

3) ruimte tussen twee lijnen of vlakken die elkaar raken ^wiskunde

Voorbeeld:	`een vierkant heeft rechte hoeken van 90 graden`
dode hoek	(gedeelte van de weg dat je niet kunt zien in je autospiegels) `De dode hoek heeft al veel ongelukken veroorzaakt.`

hoekstoot   oord   plaats   schuilhoek   streek   

• weten uit welke hoek de wind waait (=weten hoe het in elkaar zit, wie de baas is)
• uit de hoek komen (=iets onverwachts of verrassends doen.)
• uit alle hoeken en gaten (=van alle kanten)
• nieuwe bezems vegen schoon, maar oude bezems kennen alle hoeken en gaten (=nieuwe medewerkers (of: nieuwe leiders) pakken de zaken grondig aan, maar oude medewerkers (of: oude leiders) weten hoe het moet op grond van ervaring)
• in het hoekje zitten waar de slagen vallen (=zich in een groep bevinden die altijd het moeilijk heeft of problemen krijgt)
Toon alle 11 spreekwoorden die hoek bevatten

Hoe kun je met hoek een ander begrip versterken?
zoeken in alle hoeken en gaten;

• uitdr.: Voorbeeld: ‘van hoek te kant’: van de ene plaats naar de andere, overal (DB) - Voorbeeld: ‘Geen kot of hij had het van hoek te kant afgesnuisterd en doorzocht’
• (Bargoens, 1914) brigadier
• [Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Hoek``] Bij het schieten en werpen onderscheidt men: elevatie- of verhoogings-, dalings-, schoots-, klim- en valhoeken. In de versterkingskunst centrum of middelpunts-, keel-, inspringende-, flank-, doode-, schouder-, tenaille-, verminderde-, uitspringende- en polygoonsh...
• •punt waar twee benen of halve rechten samenkomen. •plaats waar twee muren samenkomen in bv. een kamer of op straat. • hoekpunt, rechte hoek, scherpe hoek, gestrekte hoek, stompe hoek • straathoek (+audio)
• ruimte tussen twee vlakken die op elkaar staan vb: de lamp staat in de hoek van de kamer het hoekje om gaan [doodgaan] hij kan leuk uit de hoek komen [leuke opmerkingen maken] je moet je niet in een hoekje laten drukken [toestaan dat anderen de baas over je spelen] ik zocht in alle hoeken en gaten [overal] ha...

Toon uitgebreidere definities

• Hoek van Holland• hoekbad• hoekbal• hoekbank• hoekboor• hoeker• hoekerbuis• hoekfrequentie• hoekgraad• hoekhuis• hoekig• hoekigheid• hoekkamer• hoekkast• hoekkeper• hoeklijn• hoekman• hoekpaal• hoekpand• hoekplaats
• Toon alle woorden die beginnen met hoek

• driehoek• gevarendriehoek• invalshoek• ooghoek• rechthoek• uithoek• zuidwesthoek• zuidoosthoek• zuidhoek• zithoek• zeventienhoek• zevenhoek• zevenentwintighoek• zestighoek• zestienhoek• zeshoek• zesentwintighoek• zesennegentighoek• wrijvingshoek• westhoek
• Toon alle woorden die eindigen op hoek

hoek (scherpe punt)

Is het 'de hoek' of 'het hoek'?

Het is 'de hoek', want hoek is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die hoek'.

Wat is het meervoud van hoek?

Het meervoud van hoek is 'hoeken'. Eén hoek, twee hoeken.

Wat betekent hoek?

'plaats waar twee wanden of muren aan elkaar vastzitten' en 'richting' en 'ruimte tussen twee lijnen of vlakken die elkaar raken'

Hoe spel je hoek?

hoek spel je H O E K

Wat is een ander woord voor hoek?

Andere woorden voor hoek zijn hoekstoot, oord, plaats, schuilhoek en streek.

Zoek hoek op Woordenlijst.org
Zoek hoek op Google
Zoek hoek op Wikipedia