• zij hangt haar man de blauwe huik om (=zij bedriegt haar man) • liefde is waar de geldbuidel hangt (=liefde is te koop) • goed gereedschap hangt onder een afdak. (=ik ben wel te dik maar mijn ‘gereedschap` (de penis) werkt nog goed.) • de lucht hangt nog vol dagen. (=er is tijd genoeg) • de lamp hangt scheef (=het geld is op) Toon alle 11 spreekwoorden die hangt bevatten