• vissen met de handen vangen (=profiteren van het werk van anderen) • vele handen maken licht werk (=als een karwei samen wordt opgepakt is het snel en gemakkelijk gedaan) • twee handen op één buik zijn (=het altijd met elkaar eens zijn) • twee handen op een buik (=ze werken samen, ze denken er hetzelfde over) • met lege handen achterblijven (=niets meer hebben) Toon alle 37 spreekwoorden die handen bevatten
De gepunte bladen van een anker worden handen of vloeien genoemd. Zie aldaar.
Delen van het lichaam van een mens of een dier, gewoonlijk met vingers, die zich bevinden onder het polsgewricht van de armen en zich kenmerken doordat ze normaliter gebruikt worden voor andere doeleinden dan steun en voortbeweging. Gebruik 'voeten (dierlijke lichaamsdelen)', 'klauwen (dierlijke lichaamsdelen...