| Uitspraak: | [hɑlf] |
| Voorbeelden: | `De kerk is hier vandaan een half uur lopen.`, `Deze artikelen kosten de halve prijs.`, `Bakker, een half bruin, graag.` |
| Voorbeeld: | `Ik geloof hem maar half.` | |
| Synoniem: | gedeeltelijk | |
| zich een half mens voelen | (niet fit zijn) | |
| iets met een half woord zeggen | (iets niet openlijk en volledig zeggen) |
