de grill

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[xril, gril]
Verbuigingen:	grills (meerv.)

apparaat om voedsel te roosteren

Voorbeelden:

`een spies op de grill leggen`, `Zet de schaal nog een minuutje onder de grill om een mooie korst te krijgen.`

• [slang] fissie; grill = gezicht
• apparaat waarmee je vlees kunt roosteren vb: we aten biefstuk van de grill
• 1) Barbecue 2) Deel van een keuken 3) Deel van een fornuis 4) Deel van een barbecue 5) Keukenapparaat 6) Keukengerei 7) Keukenmachine 8) Deel van een auto 9) Rooster 10) Rooster om te grillen 11) Braadijzer 12) Vleesrooster 13) Braadspit 14) Braadrooster 15) Bakinrichting 16) Braadoven
• Een grill is een apparaat waar de warmtebron zich bovenaan bevindt om maaltijden dmv een hevige straling van ongeveer 300°C te roosteren. Men differentieert een infrarode grill, een elektrische grill en een gastoestel met grill. Het grillen gebeurt op een rooster waarbij het gerecht onder de straling wordt g...
• Gezicht

Toon uitgebreidere definities

• grillade• grille• grillen• grilleren• grillig• grilligheid• grilling• grillpan• grillrestaurant• grillroom• grillworst

• steengrill

grill (braadrooster)

Is het 'de grill' of 'het grill'?

Het is 'de grill', want grill is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die grill'.

Wat is het meervoud van grill?

Het meervoud van grill is 'grills'. Eén grill, twee grills.

Wat betekent grill?

'apparaat om voedsel te roosteren'

Hoe spel je grill?

grill spel je G R I L L

Zoek grill op Woordenlijst.org
Zoek grill op Google
Zoek grill op Wikipedia