de granaatappel

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[xra'natɑpəl]
Afbreekpatroon:	gra·naat·ap·pel
Verbuigingen:	granaatappels (meerv.)

vrucht met veel sappige rode pitjes erin

Voorbeelden:

`salade met geitenkaas en granaatappel`, `Granaatappels zijn goed voor je gezondheid.`

• Latijnse naam: Punica granatum , Engelse naam: pomegranate
• Let op: Spelling van 1914 sur. en ben. e. Zie PUNICA.
• 1) Vrucht 2) Fruit 3) Rode vrucht 4) Rode vrucht met veel eetbare pitjes 5) Boomvrucht 6) Kattenstaartfamilie
• De 'granaatappel' ('Punica granatum') is zowel de één tot zes meter hoge struik met lange, doornige takken, als de vrucht daarvan. De struik kan in droge tijden, zoals in de winter, zijn bladeren verliezen.
• Granaatappels zijn ronde vruchten met een rode dikke schil die niet eetbaar is. In de vrucht bevinden zich vele kleine eetbare zaadjes, gescheiden door witachtige vliezen. U kunt het vruchtvlees met de zaden direct uit de schil eten of gebruiken als smakelijke decoratie in slaatjes of sauzen. Granaatappels sm...

Toon uitgebreidere definities

• granaatappelsap

granaatappel (vrucht van de granaatboom)

Is het 'de granaatappel' of 'het granaatappel'?

Het is 'de granaatappel', want granaatappel is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die granaatappel'.

Wat is het meervoud van granaatappel?

Het meervoud van granaatappel is 'granaatappels'. Eén granaatappel, twee granaatappels.

Wat betekent granaatappel?

'vrucht met veel sappige rode pitjes erin'

Hoe spel je granaatappel?

granaatappel spel je G R A N A A T A P P E L

Zoek granaatappel op Woordenlijst.org
Zoek granaatappel op Google
Zoek granaatappel op Wikipedia