de gids

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[xɪts]
Verbuigingen:	gidsen (meerv.)

1) persoon die informatie geeft

Voorbeelden:

`een rondleiding in het museum door een gids`, `reisgids`

2) iets dat informatie geeft

Voorbeelden:	`reisgids`, `telefoongids`, `een audiogids huren in een museum`
gele gids	(telefoonboek met adressen en telefoonnummers van bedrijven)

begelei   begeleider   beknopte handleiding   geleider   informatieboek   leider   leidraad   leidsman   leidster   leidsvrouw   loods   mentor   Poolster   prospectus   reisbegeleider   reisgids   reislei   reisleider   reisleidster   voorman   

• [Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Gids``] Elke troep, die eenen marsch moet afleggen in eene landstreek, waarvan zij het terrein en de wegen niet naauwkeurig kent, moet zich uit de ingezetenen eenen G. of wegwijzer verschaffen, die naar omstandigheden, als men hem volstrekt niet vertrouwen kan, gebonden ...
• •een persoon die een groep begeleid en uitleg geeft. •een tijdschrift dat uitleg geeft.
• iemand die bezoekers rondleidt of de weg wijst vb: de gids leidde ons rond in het museum boek met overzichtelijke gegevens vb: mijn nummer staat in de telefoongids de gouden gids [met telefoonnummers van bedrijven en instellingen]
• [Let op: Spelling en uitleg uit 1890] vertrouwd leidsman, bestond in de 17e eeuw nog niet lang, en kwam toen als gidse, zelfs gidje en gidsje voor. Het Bargoensch of de Zigeunertaal heeft gadjo, gadsjo = niet-Zigeuner of bewoner
• 1) Reiswijzer 2) Toeristische helper 3) Tourbegeleider 4) Padvindster 5) Excursieorganisator 6) Mentor 7) Noordster 8) Baken 9) Reisleidster 10) Reisleider 11) Reisboek 12) Kopstuk 13) Handleiding 14) Wegwijzer 15) Geleider van toeristen 16) Geleider 17) Tutor 18) Iemand die de weg wijst 19) Bode 20) Boek

Toon uitgebreidere definities

• gidsfossiel• gidsland• gidsrol

• reisgids• telefoongids• zeemansgids• woninggids• wandelgids• visgids• televisiegids• taalgids• stadsgids• schoolgids• routegids• radiogids• programmagids• omroepgids• museumgids• keuzegids• eetgids• consumentengids• beroepengids• berggids

gids (leidsman; leidraad)

Is het 'de gids' of 'het gids'?

Het is 'de gids', want gids is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die gids'.

Wat is het meervoud van gids?

Het meervoud van gids is 'gidsen'. Eén gids, twee gidsen.

Wat betekent gids?

'persoon die informatie geeft' en 'iets dat informatie geeft'

Hoe spel je gids?

gids spel je G I D S

Wat is een ander woord voor gids?

Andere woorden voor gids zijn begelei, begeleider, beknopte handleiding, geleider, informatieboek, leider, leidraad, leidsman, leidster, leidsvrouw, loods, mentor, Poolster, prospectus, reisbegeleider, reisgids, reislei, reisleider, reisleidster en voorman.

Zoek gids op Woordenlijst.org
Zoek gids op Google
Zoek gids op Wikipedia