de gaspit

zelfst.naamw. (m./v.)
Uitspraak:  ['xɑspɪt]
Afbreekpatroon:  gas·pit
Verbuigingen:  gaspitten (meerv.)

brander van een gasfornuis
Voorbeeld:  `een gasfornuis met zes gaspitten van verschillende grootte`


Synoniemen
gasbrander   gasstel   komfoor   pit   

1 definitie op Encyclo
  • 1) Deel van een fornuis 2) Deel van een gasfornuis 3) Deel van het fornuis 4) Bek 5) Gasstel 6) Brander
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de gaspit' of 'het gaspit'?
Het is 'de gaspit', want gaspit is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die gaspit'.
Wat is het meervoud van gaspit?
Het meervoud van gaspit is 'gaspitten'. Eén gaspit, twee gaspitten.
Wat betekent gaspit?
'brander van een gasfornuis'
Hoe spel je gaspit?
gaspit spel je G A S P I T
Wat is een ander woord voor gaspit?
Andere woorden voor gaspit zijn gasbrander, gasstel, komfoor en pit.

Op andere websites
Zoek gaspit op Woordenlijst.org
Zoek gaspit op Google
Zoek gaspit op Wikipedia