feestvieren

werkw.
Uitspraak:  ['fes(t)firə(n)]
Afbreekpatroon:  feest·vie·ren
Vervoegingen:  vierde feest (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft feestgevierd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

een feest (1) vieren, eraan meedoen
Voorbeeld:  `met je klasgenoten feestvieren als je geslaagd bent voor je eindexamen`
Synoniem:  feesten


Synoniemen
celebreren   feesten   fuiven   vieren   

2 definities op Encyclo
  • •deelnemen aan een feest en uiting geven aan feestvreugde.
  • 1) Gloriën 2) Deelnemen aan een festijn 3) Bloemetjes buiten zetten 4) Fuiven 5) Vieren 6) Fooien 7) Feesten 8) Kermissen 9) Celebreren 10) Uiten van vreugde 11) Uitgaan
Toon uitgebreidere definities

Taaladvies
  1. Wat is het meervoud van party: party`s of parties? Zie parties / party`s
  2. Waar komt de uitdrukking de bloemetjes buitenzetten vandaan? Zie De bloemetjes buitenzetten


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van feestvieren?
De verleden tijd van feestvieren is 'vierde feest'. Het voltooid deelwoord is 'heeft feestgevierd'.
Wat betekent feestvieren?
'een feest vieren, eraan meedoen'
Hoe spel je feestvieren?
feestvieren spel je F E E S T V I E R E N
Wat is een ander woord voor feestvieren?
Andere woorden voor feestvieren zijn celebreren, feesten, fuiven en vieren.

Op andere websites
Zoek feestvieren op Woordenlijst.org
Zoek feestvieren op Google
Zoek feestvieren op Wikipedia