de duplexwoning

zelfst.naamw. (v.)

Uitspraak:	['dyplɛkswonɪŋ]
Afbreekpatroon:	du·plex·wo·ning
Verbuigingen:	duplexwoningen (meerv.)

kleine woning die later samengevoegd kan worden met een andere

Voorbeeld:

`Duplexwoningen waren bedoeld om kleine gezinnen te huisvesten tijdens de woningnood na de Tweede Wereldoorlog.`

• 1) Woning
• Een 'duplexwoning' is een woning, hetzij een eengezinswoning of een woning in een meergezinshuis, die (al dan niet tijdelijk) gesplitst is in twee deelwoningen. Deze splitsing is een methode die na de Tweede Wereldoorlog in Nederland werd toegepast, met het oog op de toen heersende woningnood, om kleine gezin...
• Een duplexwoning is een type woning dat bestaat uit twee afzonderlijke wooneenheden, gelegen boven elkaar of naast elkaar, met een gemeenschappelijke ingang. Een duplexwoning kan worden beschouwd als een variant van een twee-onder-een-kapwoning, maar in plaats van twee afzonderlijke huizen die aan elkaar zijn...
• Gebruik voor huizen met aparte, boven elkaar geplaatste, wooneenheden voor twee afzonderlijke gezinnen. Gebruik 'tweegezinswoningen' wanneer de eenheden naast elkaar zijn geplaatst

Toon uitgebreidere definities

Hoe moet je het woord duplexwoning afbreken als het niet in zijn geheel op de regel past? Zie duplexwoning: waar breek je het af?

Is het 'de duplexwoning' of 'het duplexwoning'?

Het is 'de duplexwoning', want duplexwoning is vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die duplexwoning'.

Wat is het meervoud van duplexwoning?

Het meervoud van duplexwoning is 'duplexwoningen'. Eén duplexwoning, twee duplexwoningen.

Wat betekent duplexwoning?

'kleine woning die later samengevoegd kan worden met een andere'

Hoe spel je duplexwoning?

duplexwoning spel je D U P L E X W O N I N G

Zoek duplexwoning op Woordenlijst.org
Zoek duplexwoning op Google
Zoek duplexwoning op Wikipedia