copuleren

werkw.
Uitspraak:  [kopy'lerə(n)]
Afbreekpatroon:  co·pu·le·ren
Vervoegingen:  copuleerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gecopuleerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

seks hebben waarbij de penis van de man de vagina van de vrouw in gaat
Voorbeeld:  `een copulerend stel`


Synoniemen
neuken   

4 definities op Encyclo
  • (Copulatie, plakgriffelen) Hiermee wordt een methode van enten (plakgriffel) bedoeld. Meer info: zie Fruit ABC
  • 1) Verbinden 2) Coupleren 3) Koppelen 4) Enten 5) Entmethode 6) Neuken 7) Strietsen 8) Paren 9) Samenvoegen
  • geslachtsgemeenschap hebben; paren
  • paren Jaar van herkomst: 1872 (GVD )
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
copuleren (paren)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van copuleren?
De verleden tijd van copuleren is 'copuleerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gecopuleerd'.
Wat betekent copuleren?
'seks hebben waarbij de penis van de man de vagina van de vrouw in gaat'
Hoe spel je copuleren?
copuleren spel je C O P U L E R E N
Wat is een ander woord voor copuleren?
Een ander woord copuleren is neuken.

Op andere websites
Zoek copuleren op Woordenlijst.org
Zoek copuleren op Google
Zoek copuleren op Wikipedia