bouwen op

werkw.
Uitspraak:  [ˈbɑuwə(n) ɔp]
Afbreekpatroon:  bou·wen op
Vervoegingen:  bouwde op (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gebouwd op (volt.deelw.)

(iemand) vertrouwen


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van bouwen op?
De verleden tijd van bouwen op is 'bouwde op'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gebouwd op'.
Wat betekent bouwen op?
'(iemand) vertrouwen'
Hoe spel je bouwen op?
bouwen op spel je B O U W E N Spatie O P

Op andere websites
Zoek bouwen op op Woordenlijst.org
Zoek bouwen op op Google
Zoek bouwen op op Wikipedia