bewaken

werkw.

Uitspraak:	[bəˈwakə(n)]
Afbreekpatroon:	be·wa·ken
Vervoegingen:	bewaakte (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft bewaakt (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

heel goed op iets of iemand passen

Voorbeelden:

`de kluis bewaken`, `de gevangenen bewaken`

begeleiden   behartigen   beheersen   beschermen   beveiligen   bewaren   hoeden   oppassen   surveilleren   toezicht houden   toezien   toezien op   van alarminstallatie voorzien   verzorgen   

Hoe kun je bewaken krachtiger uitdrukken?
streng bewaken;

• • [ov] toezicht houden op de veiligheid van iets of iemand. • [ov] ervoor zorgen dat iemand niet ontsnapt. • [ov] iets in het oog houden.
• goed op iemand of iets passen vb: de politie bewaakt het paleis van de koningin
• 1) Oppassen 2) Nagaan 3) Surveilleren 4) Oppassend zijn 5) Onder toezicht houden 6) De wacht houden over 7) De wacht houden 8) Bewaren 9) Beveiligen 10) Beschermen 11) Wachten 12) Behoeden 13) Beheersen 14) Passen op 15) Behartigen 16) Begeleiden 17) Verzorgen 18) Toezicht houden 19) Hoeden 20) Toezien
• Iets of iemand bewaken betekent ergens heel erg goed op passen. [basiswoordenlijst groep 3]
• toezien, surveilleren

Toon uitgebreidere definities

bewaken

Wat is de verleden tijd van bewaken?

De verleden tijd van bewaken is 'bewaakte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft bewaakt'.

Wat betekent bewaken?

'heel goed op iets of iemand passen'

Hoe spel je bewaken?

bewaken spel je B E W A K E N

Wat is een ander woord voor bewaken?

Andere woorden voor bewaken zijn begeleiden, behartigen, beheersen, beschermen, beveiligen, bewaren, hoeden, oppassen, surveilleren, toezicht houden, toezien, toezien op, van alarminstallatie voorzien en verzorgen.

Zoek bewaken op Woordenlijst.org
Zoek bewaken op Google
Zoek bewaken op Wikipedia