benauwend

bijv.naamw.

Uitspraak:	[bə'nɑuwənt]
Afbreekpatroon:	be·nau·wend

1) met weinig frisse lucht

Voorbeeld:	`benauwend weer`
Antoniem:	fris
Synoniemen:	bedompt, broeierig, drukkend,

2) wat weinig bewegingsruimte of vrijheid toelaat

Voorbeelden:	`een benauwende relatie`, `benauwende bezuinigingen`
Antoniem:	vrij

3) waar je bezorgd of bang van wordt

Voorbeelden:	`benauwende toestanden`, `benauwende televisiebeelden`
Synoniemen:	akelig, beklemmend

beklemmend   benard   benauwd   eng   griezelig   

• 1) Angstig 2) Doodeng 3) Bang makend 4) Verstikkend 5) Stikheet 6) Benauwd 7) Beangstigend 8) Angstgevend 9) Bedompt 10) Beklemmend 11) Eng 12) Drukkend 13) Bekrompen 14) Vreselijk 15) Knellend 16) Benard 17) Griezelig 18) Naar

Toon uitgebreidere definities

Wat betekent benauwend?

'met weinig frisse lucht' en 'wat weinig bewegingsruimte of vrijheid toelaat' en 'waar je bezorgd of bang van wordt'

Hoe spel je benauwend?

benauwend spel je B E N A U W E N D

Wat is een ander woord voor benauwend?

Andere woorden voor benauwend zijn beklemmend, benard, benauwd, eng en griezelig.

Zoek benauwend op Woordenlijst.org
Zoek benauwend op Google
Zoek benauwend op Wikipedia