de begijn

zelfst.naamw. (v.)

Uitspraak:	[bəˈxɛin]
Afbreekpatroon:	be·gijn
Verbuigingen:	begijnen (meerv.)

alleenstaande vrouw die met andere vrouwen samenwoont en een vroom en eenvoudig leven nastreeft

Voorbeelden:

`gemeenschappen van begijnen bestaan sinds de elfde eeuw in heel Europa`, `begijnhof`

• [I] kruiszeil [II] vrouwelijk lid van een middeleeuwse geloofsgemeenschap van leken
• 1) Kloosterling 2) Weduwe 3) Femelaar 4) Geestelijke zuster 5) Overdreven vroom persoon 6) Bewoonster van een hofje 7) Non 8) Kloosterlinge 9) Kloosterzuster 10) Klop 11) Lekenzuster 12) Klopje 13) Kwezel 14) Lid van een kloosterorde 15) Lid van een vrije kloosterorde 16) Hofjesbewoonster 17) Zuster
• lid van bepaalde kloosterlijke lekengemeenschap Jaar van herkomst: 1266 (CG I, 64 )
• Vrome vrouw die in een gemeenschap zonder kloosterregel een semi-religieus leven leidde. Begijnhoven ontstonden in de 12de eeuw en kenden een bloei in de 13de en 14de eeuw vooral in de Nederlanden en en Duitsland.
• vrouw die haar leven aan het geloof wijdt maar niet tot een kloosterorde behoort - Woordfeit: Begijnen waren alleenstaande vrouwen die als geestelijke leefden zonder echt bij een kloosterorde te horen. Vaak leefden meerdere begijnen gemeenschappelijk in een begijnhof. Begijn komt van het Oudfranse beguine, ma...

Toon uitgebreidere definities

• begijnhof

begijn (vrouw die leeft als lekenzuster)

Schrijf je begijn met ei of ij? Zie begijn / begein

Is het 'de begijn' of 'het begijn'?

Het is 'de begijn', want begijn is vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die begijn'.

Wat is het meervoud van begijn?

Het meervoud van begijn is 'begijnen'. Eén begijn, twee begijnen.

Wat betekent begijn?

'alleenstaande vrouw die met andere vrouwen samenwoont en een vroom en eenvoudig leven nastreeft'

Hoe spel je begijn?

begijn spel je B E G I J N

Zoek begijn op Woordenlijst.org
Zoek begijn op Google
Zoek begijn op Wikipedia