beangstigen

werkw.
Uitspraak:  [bə'ɑŋstɪxə(n)]
Afbreekpatroon:  be·ang·sti·gen
Vervoegingen:  beangstigde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft beangstigd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

bang maken
Voorbeelden:  `zich niet laten beangstigen`,
`De politieke situatie beangstigt me nogal.`,
`beangstigende berichten`
Synoniem:  verontrusten


Synoniemen
alarmeren   bangmaken   benauwen   doen schrikken   verschrikken   

4 definities op Encyclo
  • iemand bang maken vb: het slechte weer beangstigde haar
  • 1) Verschrikken 2) Vervaren 3) Aanjagen van schrik 4) Vrees aanjagen 5) Ontmoedigen 6) Bang maken 7) Bezorgd maken 8) Benauwen 9) Bezwaren 10) Beknellen 11) Alarmeren
  • angstig maken; angst aanjagen; angst inboezemen
  • Beangstigen is bangmaken, vrees aanjagen. [basiswoordenlijst groep 5]
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met beangstigen:
beangstigend

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van beangstigen?
De verleden tijd van beangstigen is 'beangstigde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft beangstigd'.
Wat betekent beangstigen?
'bang maken'
Hoe spel je beangstigen?
beangstigen spel je B E A N G S T I G E N
Wat is een ander woord voor beangstigen?
Andere woorden voor beangstigen zijn alarmeren, bangmaken, benauwen, doen schrikken en verschrikken.

Op andere websites
Zoek beangstigen op Woordenlijst.org
Zoek beangstigen op Google
Zoek beangstigen op Wikipedia