banjer als dialectwoord
Opschepper, bluffer (Giethoorns)   Bluffer (Giethoorns)   moedig (Westfries)   opschepper (Westfries)   bluffer, opschepper (Giethoorns)   Bluffer, opschepper (Giethoorns)  

7 definities op Encyclo
  • (Bargoens, 1914) heer
  • [Let op: Spelling en uitleg uit 1890] iemand, die den groten heer uithangt, een ophefmaker. Oorspronkelijk banjert = bannerheer, baander-heer (zie aldaar). Vaandeldrager van een schutterij sedert de 15e eeuw, ook kapitein der vrijers (jongelui) in de schutterij.
  • [Bargoens, boeventaal] heer.
  • 1) Branieschopper 2) Opschepper 3) Druktemaker 4) Grote meneer
  • branie, patser Bargoens (toon de herkomst via de etymologiebank)
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met banjer:
banjeren

Herkomst volgens etymologiebank.nl
banjer (branie, patser Bargoens)

Op andere websites
Zoek banjer op Woordenlijst.org
Zoek banjer op Google
Zoek banjer op Wikipedia