Synoniemen
babbel boterbabbelaar keuvelaar klapekster klep kletser kletskop kletskous kletsmajoor kouter kwebbel leuteraar leuterkous ouwehoer prater theetante zwammer zwamneus zwetser

babbelaar als dialectwoord
zuurtje (Westfries)  

7 definities op Encyclo
  • (Bargoens, 1914) boek, suikerbal
  • [Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Bargoens) courant en predikant.
  • 1) Klapekster 2) Spekje 3) Knab 4) Iemand die graag praat 5) Iemand die niet stil kan zijn 6) Stroopballetje 7) Iemand die veel babbelt 8) Iemand die veel kletst 9) Klapper 10) Klep 11) Kletser 12) Kletskop 13) Kletskous 14) Boterkussentje 15) Kwebbel 16) Bruin snoepje 17) Suikerballetje 18) Langtong
  • Geul in het Lauwersmeer tussen de voormalige zandplaten Blikplaat en Hoge Zuidwal; komt uit in de Slenk. In het zuiden vertakt zij zich in Middelgat en Rechteind ter weerszijden van de Kollumerwaard.
  • snoepje
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden eindigen op babbelaar:
boterbabbelaar

Herkomst volgens etymologiebank.nl
babbelaar (snoepje)

Op andere websites
Zoek babbelaar op Woordenlijst.org
Zoek babbelaar op Google
Zoek babbelaar op Wikipedia