aftellen

werkw.

Uitspraak:	['ɑftɛlə(n)]
Afbreekpatroon:	af·tel·len
Vervoegingen:	telde af (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft afgeteld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(tijdseenheden) tellen voor iets dat gaat gebeuren

Voorbeelden:

`de dagen aftellen tot je verjaardag`, `seconden aftellen voor de lancering van een raket`

aftelling   aftelling voor lancering   geld afpassen   passen   

• afranselen (WNT) - Voorbeeld: ‘Vader telde me geweldig af met 't stookijzer’
• 1) Aftelling 2) Aftrekken 3) Naar een bepaald tijdstip toerekenen 4) Naar een tijdstip toerekenen 5) Passen 6) Omtellen
• Aftellen is naar beneden tellen tot het moment dat het gebeuren moet (bijvoorbeeld start sportwedstrijd, opening zaak, lancering raket) daar is. [basiswoordenlijst groep 5]

Toon uitgebreidere definities

1. Hoe schrijf je het symbool voor seconde, s of S? Zie s / S
2. Is countdown correct geschreven? Zie countdown

Wat is de verleden tijd van aftellen?

De verleden tijd van aftellen is 'telde af'. Het voltooid deelwoord is 'heeft afgeteld'.

Wat betekent aftellen?

'(tijdseenheden) tellen voor iets dat gaat gebeuren'

Hoe spel je aftellen?

aftellen spel je A F T E L L E N

Wat is een ander woord voor aftellen?

Andere woorden voor aftellen zijn aftelling, aftelling voor lancering, geld afpassen en passen.

Zoek aftellen op Woordenlijst.org
Zoek aftellen op Google
Zoek aftellen op Wikipedia