afschermen

werkw.

Uitspraak:	['ɑfsxɛrmə(n)]
Afbreekpatroon:	af·scher·men
Vervoegingen:	schermde af (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft afgeschermd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

minder zichtbaar of toegankelijk maken ter bescherming

Voorbeelden:

`je tuin afschermen aan de straatkant`,
`fel licht afschermen`,
`het IP-adres van je computer afschermen`

Synoniemen

5 definities op Encyclo

(= Coucheren, maskeren) Voor een medeacteur gaan staan zodat het publiek hem niet ziet staan.
met een scherm afsluiten vb: ze hebben hun tuin helemaal afgeschermd met schuttingen zorgen dat het niet meer gezien wordt vb: de prinses werd helemaal afgeschermd van de buitenwereld
(=) Wanneer een speler het publiek het zicht ontneemt op een medespeler die de focus zou moeten hebben, spreekt men van ´afschermen´. Kinderen hebben soms niet de publieksgerichtheid en het ruimtelijke inzicht om ervoor te zorgen dat de toeschouwers ook daadwerkelijk de belangrijkste informatie kunnen volge...
1) Beschutten 2) Pareren 3) Afgrendelen 4) Beschermen 5) Afschutten 6) Afsluiten 7) Afdekken
Wanneer een speler het publiek het zicht ontneemt op een medespeler die de focus zou moeten hebben, spreekt men van `afschermen`. Kinderen hebben soms niet de publieksgerichtheid en het ruimtelijke inzicht om ervoor te zorgen dat de toeschouwers ook daadwerkelijk de belangrijkste informatie kunnen volgen, heb...

Taaladvies

Schrijf je omheinen met ei of ij? Zie omheinen / omhijnen

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van afschermen is 'schermde af'. Het voltooid deelwoord is 'heeft afgeschermd'.

'minder zichtbaar of toegankelijk maken ter bescherming'

afschermen spel je A F S C H E R M E N

Andere woorden voor afschermen zijn afdekken, afgrendelen, afschutten, afsluiten, beschermen en beschutten.

Op andere websites

Recentelijk gezocht