afschaffen

werkw.

Uitspraak:	[ˈɑfsxɑfə(n)]
Afbreekpatroon:	af·schaf·fen
Vervoegingen:	schafte af (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft afgeschaft (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(een regeling of gewoonte) niet meer laten bestaan

Voorbeeld:	`de hondenbelasting afschaffen`
Synoniem:	opheffen

afbouwen   afdanken   elimineren   niet laten plaatsvinden   ontslaan   opdoeken   uit de dienst ontslaan   uitmaken   verwijderen   wegdoen   instellen (antoniem)   

• • [ov] tot een einde brengen.
• er een einde aan maken, niet meer houden vb: die inspraakavonden kunnen ze beter afschaffen
• 1) Afdanken 2) Wegdoen 3) Verwijderen 4) Afbouwen 5) Opdoeken 6) Afstellen 7) Beëindigen 8) Ontslaan 9) Uitmaken 10) Abrogeren 11) Opheffen 12) Elimineren
• Afschaffen is opzeggen , opheffen , beëindigen , intrekken . [basiswoordenlijst groep 6]
• Het buiten werking stellen van een wet, regel of order.

Toon uitgebreidere definities

Wat is de verleden tijd van afschaffen?

De verleden tijd van afschaffen is 'schafte af'. Het voltooid deelwoord is 'heeft afgeschaft'.

Wat betekent afschaffen?

'(een regeling of gewoonte) niet meer laten bestaan'

Hoe spel je afschaffen?

afschaffen spel je A F S C H A F F E N

Wat is een ander woord voor afschaffen?

Andere woorden voor afschaffen zijn afbouwen, afdanken, elimineren, niet laten plaatsvinden, ontslaan, opdoeken, uit de dienst ontslaan, uitmaken, verwijderen en wegdoen.

Wat is het tegenovergestelde van afschaffen?

Een antoniem van afschaffen is instellen.

Zoek afschaffen op Woordenlijst.org
Zoek afschaffen op Google
Zoek afschaffen op Wikipedia