afranselen

werkw.

Uitspraak:	[ˈɑfrɑnsələ(n)]
Afbreekpatroon:	af·ran·se·len
Vervoegingen:	ranselde af (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft afgeranseld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(iemand) hard en langdurig slaan

Voorbeeld:	`gevangenen afranselen`
Synoniemen:	aftuigen, in elkaar slaan

afdrogen   aframmelen   afranseling   afrossen   aftuigen   iemand toetakelen   in elkaar slaan   in elkaar timmeren   toetakelen   

• • [ov] mishandelen door middel van het toedienen van slaag •tweede betekenisomschrijving. •enz.
• heel hard slaan vb: de gijzelaar werd afgeranseld Synoniem: aftuigen
• 1) Toetakelen 2) Afdrogen 3) Boteren 4) Afbeulen 5) Afbeuken 6) Afbatteren 7) Verzolen 8) In elkaar slaan 9) Tot moes slaan 10) Overrammelen 11) Toefelen 12) Peperen 13) Overslaan 14) Bastonneren 15) Overgaan 16) Iemand op zijn bast raken 17) Afkwispelen 18) Een pak slaag geven 19) Afpoeieren 20) Afslaan

Toon uitgebreidere definities

afranselen

Wat is de verleden tijd van afranselen?

De verleden tijd van afranselen is 'ranselde af'. Het voltooid deelwoord is 'heeft afgeranseld'.

Wat betekent afranselen?

'(iemand) hard en langdurig slaan'

Hoe spel je afranselen?

afranselen spel je A F R A N S E L E N

Wat is een ander woord voor afranselen?

Andere woorden voor afranselen zijn afdrogen, aframmelen, afranseling, afrossen, aftuigen, iemand toetakelen, in elkaar slaan, in elkaar timmeren en toetakelen.

Zoek afranselen op Woordenlijst.org
Zoek afranselen op Google
Zoek afranselen op Wikipedia