afbetalen

werkw.
Uitspraak:  ['ɑvbətalə(n)]
Afbreekpatroon:  af·be·ta·len
Vervoegingen:  betaalde af (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft afbetaald (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

betalen voor iets dat je hebt gekocht, maar waarvan je de kostprijs nog niet helemaal hebt betaald
Voorbeeld:  `je auto in twee jaar afbetalen`


Synoniemen
aflossen   afrekenen   delgen   vereffenen   verrekenen   

3 definities op Encyclo
  • • [ov] uitgesteld in termijnen betalen. (+audio)
  • 1) In mindering betalen op 2) Voldoen 3) Voldoen aan termijnbetaling 4) Voldoen van termijnbetaling 5) Delgen 6) Verrekenen 7) Afrekenen 8) Een schuld voldoen 9) In termijnen betalen 10) Vereffenen 11) Aflossen 12) Gespreid voldoen 13) Gespreid vereffenen
  • Afbetalen wil zeggen iets niet direct, maar in termijnen betalen. [basiswoordenlijst groep 8]
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van afbetalen?
De verleden tijd van afbetalen is 'betaalde af'. Het voltooid deelwoord is 'heeft afbetaald'.
Wat betekent afbetalen?
'betalen voor iets dat je hebt gekocht, maar waarvan je de kostprijs nog niet helemaal hebt betaald'
Hoe spel je afbetalen?
afbetalen spel je A F B E T A L E N
Wat is een ander woord voor afbetalen?
Andere woorden voor afbetalen zijn aflossen, afrekenen, delgen, vereffenen en verrekenen.

Op andere websites
Zoek afbetalen op Woordenlijst.org
Zoek afbetalen op Google
Zoek afbetalen op Wikipedia