de aar

zelfst.naamw. (m./v.)

Uitspraak:	[ar]
Verbuigingen:	aren (meerv.)

bovenste deel van een stengel van gras of graan met bloemetjes of zaden

Voorbeeld:

`korenaar`

Synoniemen

1 definitie op Encyclo

1) Beitelpunt 2) Punt van een beitel 3) Water in Zuid-Holland 4) Bloedvat 5) Deel van een beitel 6) Deel van een graanhalm 7) Deel van een halm 8) Halmtop 9) Zwaardpunt 10) Deel van een korenhalm 11) Rivier in Zwitserland 12) Tros 13) Bovenste deel van een graanhalm 14) Groeisel 15) Rivier in Zuid-Holland

Deze woorden beginnen met aar:

Deze woorden eindigen op aar:

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

Het is 'de aar', want aar is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die aar'.

Het meervoud van aar is 'aren'. Eén aar, twee aren.

'bovenste deel van een stengel van gras of graan met bloemetjes of zaden'

aar spel je A A R

Een ander woord aar is korenaar.

Op andere websites

Recentelijk gezocht