aanspreken

werkw.
Uitspraak:  [ˈansprekə(n)]
Afbreekpatroon:  aan·spre·ken
Vervoegingen:  sprak aan (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft aangesproken (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) beginnen te praten tegen (iemand)
Voorbeeld:  `De automobilist sprak me aan en vroeg waar de garage was.`

2) zo zijn dat iemand het mooi of aangenaam vindt
Voorbeeld:  `Dit sieraad spreekt me erg aan.`
Synoniemen:  bevallen, aanstaan

3) (een reserve) gaan gebruiken
Voorbeeld:  `je spaargeld aanspreken`


Synoniemen
aanbreken   aanklampen   appelleren   appelleren aan het gevoel   begroeting   benaderen   spreken tot   

Spreekwoorden en zegswijzen
• de kan aanspreken (=drinken)
Naar de spreekwoorden

2 definities op Encyclo
  • (interesseren) Aanspreken is het interesseren van een persoon in een bepaald iets. ( Het schilderij van Rembrandt sprak de lerares erg aan. ) [basiswoordenlijst groep 7]
  • 1) Aanschieten 2) Adiëren 3) Aborderen 4) Aanprijzen 5) Attaqueren 6) Aanklampen 7) Het woord richten 8) Accosteren 9) Aanbreken 10) Appeleren 11) Bevallen 12) Begroeting 13) Benaderen
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met aanspreken:
aanspreken op

Herkomst volgens etymologiebank.nl
aanspreken

Taaladvies
Is het iemand in betaling aanspreken of iemand tot betaling aanspreken als bedoeld wordt `iemand manen een rekening te betalen`? Zie In / tot betaling aanspreken

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van aanspreken?
De verleden tijd van aanspreken is 'sprak aan'. Het voltooid deelwoord is 'heeft aangesproken'.
Wat betekent aanspreken?
'beginnen te praten tegen (iemand)' en 'zo zijn dat iemand het mooi of aangenaam vindt' en '(een reserve) gaan gebruiken'
Hoe spel je aanspreken?
aanspreken spel je A A N S P R E K E N
Wat is een ander woord voor aanspreken?
Andere woorden voor aanspreken zijn aanbreken, aanklampen, appelleren, appelleren aan het gevoel, begroeting, benaderen en spreken tot.

Op andere websites
Zoek aanspreken op Woordenlijst.org
Zoek aanspreken op Google
Zoek aanspreken op Wikipedia