Synoniemen
Schuur

Boet als dialectwoord
boot (Huizings)   boot (Dilbeeks)   woning (Berg en Terblijts)   boot (Brakels (gld))   boete (Bilzers)   keet (Limburgs)  
Toon alle 16 dialectwoorden

Spreekwoorden en zegswijzen
• de vis is de boet niet weerd (=het sop is de kool niet waard)
Naar de spreekwoorden

8 definities op Encyclo
  • [Vergeten woorden] (m.) liefkozende aanspreekvorm van een jongen: kom, boet! [= Zuid-Afrikaans boet, Gronings buit, van bat-boet ‘goed’]
  • 1) Bewaarplaats 2) Keet 3) Schuur 4) Schuurtje 5) Loods 6) Vuurtoren 7) Bergplaats 8) Korte jongensnaam 9) Kleine loods 10) Kleine schuur 11) Deel van een boerderij
  • Boet is een Nederlandse jongensnaam. Het betekent `Hij die zijn wensen kenbaar maakt`.
  • Een 'boet' is een Westfriese benaming voor een schuur of bijschuur. Op het Waddeneiland Texel duidt de benaming vooral een kleine schuur aan die dient als opslag voor hooi en ander voer voor de schapen.
  • Houten topgevel in de luwte om zo wagens met hooi door het bovenluik te kunnen lossen.
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met Boet:
boeteboetebedingboetebedragboeteclausuleboetedoeningboetegeldboetekleedboetelingboetelingensneeuwboetemaatregelboetenboeten voorboetepolisboetepreekboeterboeterenteboetestelselboetesysteemboetetariefboetevergrijp
Toon alle woorden die beginnen met Boet

Deze woorden eindigen op Boet:
maraboet
Toon alle woorden die eindigen op Boet

Herkomst volgens etymologiebank.nl
  1. boet (kerel)
  2. boet = boede


Op andere websites
Zoek Boet op Woordenlijst.org
Zoek Boet op Google
Zoek Boet op Wikipedia