5 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `van alle`
- de weg van alle vlees gaan (=sterven)
- gierigheid is de wortel van alle kwaad (=door gierigheid ontstaan er veel problemen en is er veel ellende in de wereld)
- van alle markten teruggekomen zijn (=nergens voor deugen)
- van alle markten thuis zijn (=veel kunnen en handig zijn of veel weten)
- zelfkennis is het begin van alle wijsheid (=men moet eerst zichzelf kennen om verdere kennis te kunnen verwerven)
8 betekenissen bevatten `van alle`
- ouderdom komt met gebreken (=als je ouder wordt ga je van alles mankeren)
- de wrijfpaal zijn (=de schuld krijgen (van alles))
- de beer is los (=er gebeurt opeens van alles; er ontstaat ruzie of paniek)
- lest best (=het beste van alles komt op het einde)
- van twaalf ambachten en dertien ongelukken zijn (=telkens ander werk doen maar er bij geen van allen iets terecht brengen)
- uit alle hoeken en gaten (=van alle kanten)
- van heinde en verre (=van alle kanten, vanuit alle landen)
- spreeuwen willen wel kersen eten, maar geen bomen planten. (=wel van alles willen profiteren, maar er niets voor willen doen.)
23 dialectgezegden bevatten `van alle`
- 't juk oafdoen (=bevrijden van alle lasten) (Westerkwartiers)
- dae ès van alle merte taus (=dat is een gewiekste) (Munsterbilzen - Minsters)
- Dae is van alle watere gewesje, behauve wiewater (=iemand die niet deugd) (Steins)
- das ë zwaur geval (=die is van alle markten thuis) (Munsterbilzen - Minsters)
- dat ken 'e toets deurstoan (=dat klopt van alle kanten) (Westerkwartiers)
- dat lopt kris kras deur 'n anner (=dat loopt van alle kanten uit doorelkaar) (Westerkwartiers)
- datech naut bén getrauwd hét nie on mich gefraete, mér dat ze mich nauts hübbe gevroëg da kannech nie vergaete (=van niets spijt hebben is het begin van alle wijsheid) (Bilzers)
- de mes mèr alles geleeve wat ze èn de bikskes sjrijve (=lezen is het fundament van alle wijsheid) (Munsterbilzen - Minsters)
- doortâwtj w-j 'n smaotkroêk (=van alle markten thuis zijn) (Weerts)
- ermoej ès te moeder van alle geleirde (=door armoede wordt men vindingrijk) (Munsterbilzen - Minsters)
- Hègkelègkers zeen van alle tieje (=Een moetje is van alle tijden) (Hunsels)
- hij bezweert ons bij hoog en bij leeg (=hij verzekert ons van alle kanten) (Westerkwartiers)
- hij is van alle maarkt'n thuus (=hij weet van heel veel zaken iets af) (Westerkwartiers)
- hij is van alle maarkt'n tuus (=hij weet overal wel iets vanaf) (Westerkwartiers)
- je verschiet van gièèn klièèn gruchte (=hij is van alle markten thuis) (Kortemarks)
- jis nie van gistern (=hij is van alle markten thuis) (Kortemarks)
- lot daaj würmpkes mër ès wërke (=denken is het begin van alle kennis) (Munsterbilzen - Minsters)
- moêt is de mooder van alle waer (=na mist kan het goed of slecht weer worden) (Weerts)
- op iedereen zen toeng liggen (=het onderwerp van alle gesprekken zijn) (Munsterbilzen - Minsters)
- vaan alle merrete thoes zien (=van alle markten thuis zijn) (Mestreechs)
- van alle mérte taus zin (=alle watertjes doorzwemmen, alles weten / kennen) (Munsterbilzen - Minsters)
- ze gooi'n 'n anner de baal toe (=ze steunen elkaar van alle kanten) (Westerkwartiers)
- ze moakt'n veul ophef over hom (=ze prezen hem van alle kanten) (Westerkwartiers)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen