4 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `streken`
- een vos verliest wel zijn haren maar niet zijn streken (=mensen veranderen zelden echt)
- lelijke streken op zijn kompas hebben (=gemene en lelijke streken uithalen)
- met opgestoken/opgestreken/opgezet zeil naar iemand toe gaan (=boos naar iemand toe gaan of boos bij iemand binnen komen)
- streken onder je staart hebben. (=niet te vertrouwen zijn)
3 betekenissen bevatten `streken`
- lelijke streken op zijn kompas hebben (=gemene en lelijke streken uithalen)
- kattenkwaad uithalen (=kwajongensstreken)
- wat Jantje is zal Jan worden. (=wel ouder worden maar dezelfde streken houden)
28 dialectgezegden bevatten `streken`
- Dae maak vläög. (=Die haalt domme streken uit.) (Gelaens (Geleens))
- dat bent gien grappen, dat bent streken (=dat kan niet door de beugel) (Drents)
- dè het tuen veil (=die zit vol met streken) (Susters)
- dej verkjubn (=streken hebben) (Kaprijks)
- E es zen perewetten ont spelen (=Iemand die streken uithaalt of niet rustig is) (Liedekerks)
- Een stroontmadam (=Een vrouw met streken die denkt dat ze beter is als anderen) (Herentals)
- fontonten (=kinderachtige streken) (herenthouts)
- fyne streekjes (=vuile, achterbakse streken) (Bolserters)
- gein kiskenades oethaole (=geen streken uithalen, luisteren) (Heitsers)
- hem op 7 streken Noord houden (=iemand wantrouwen) (Rotterdams)
- Iemand op zeven streken houden. (=Iemand op afstand houden.) (Helders)
- ij ee de zewvde smede (=hij heeft dezelfde streken) (Kaprijks)
- k zal a boeksken is oupedoen (=Ik zal ....eens vertellen over je streken en ondeugden) (Antwerps)
- Nie te veel van ou paretten mouken. (=Niet te veel streken uithalen.) (Bevers)
- onniëzel toeren authaole (=onnozel streken uithalen) (Munsterbilzen - Minsters)
- raore tékste hèbben (=Vreemde streken hebben) (Genneps)
- stòm tuën oethoale!! (=rare streken uithalen) (Steins)
- Stroont wie hei me gescheete (=Vrouw met streken en denkt dat ze beter is dan anderen) (Herentals)
- toer'n doen (=kwade streken uithalen) (Waregems)
- toere autstaeke (=streken uithalen) (Munsterbilzen - Minsters)
- trukken van de fuër (='t zijn slimme streken) (Meers)
- tuën veil höbbe (=streken uithalen) (Steins)
- veel bestènk on zij gat (=veel streken hebben) (Brakels)
- Wat zin dat veur sjtóm teuën (=Wat zijn dat voor gekke streken) (Gelaens (Geleens))
- watvër toere zin dat ! (=welke streken haal je nu toch maar uit!) (Munsterbilzen - Minsters)
- zis nie goet e streken (iepers ) (=een gerimpeld gezicht hebben) (West-Vlaams)
- Zjaar verkuepen (=streken hebben) (Hams)
- Zjesten emme (=streken hebben) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen