Eén spreekwoord bevat `staren`
- je blind staren op (=te veel naar één eigenschap kijken)
8 dialectgezegden bevatten `staren`
- aunbiddink: In gediereg aunbiddink zitt'n (=Domweg voor zich uit staren) (Lebbeeks)
- de ooge autte kop kieke (=staren) (Munsterbilzen - Minsters)
- Ek etwa vaj nan musschienst (=Stop met staren naar me!) (Brugs)
- ge moet nie zuu stoan koekeloern (=je moet niet zo staren en niets doen) (Deinzes)
- He-j stet te kieken as un zoog die in ut stroeëj stet te zeiken (=Persoon die wezenloos voor zich uit staat te staren) (Zurriks)
- hëbste een versjaajning (=wat sta je daar te staren) (Munsterbilzen - Minsters)
- hij zat doar as Job op 'e misbult (=hij zat daar verdrietig voor zich uit te staren) (Westerkwartiers)
- Stuin koekeluren (=Naar iets staren) (Teralfens)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen