Eén spreekwoord bevat `regenen`
- als honden konden bidden zou het kluiven regenen (=als is een niet ter zake doende opmerking)
42 dialectgezegden bevatten `regenen`
- 'Et wordt 'n waterskip vedaag. (=Het wordt regenen vandaag.) (Zaans)
- 't go mollejoengn reegn, mollejoeng braakn (=de lucht wordt zwart en het zal hevig regenen) (Ostêns)
- 't is kèiremis in d'elle (=regenen bij zonneschijn) (Dendermonds)
- 'T is leek regenen op in eende (=Geen enkel effect sorteren) (Maldegems)
- 't is ne goeie speet ontoen (=het is hard aan het regenen) (Sint-Niklaas)
- 't is over mè regenen en 't kleird al op (=het is gedaan met regenen en het wordt lichter) (Sint-Niklaas)
- 't moest strond regenen (=Wanneer men wenst dat een evenement (vb. sportwedstrijd) afgelast wordt of mislukt) (Lokers)
- 't regent neig, 't regent aa wijven (=het is hard aan het regenen) (Sint-Niklaas)
- 't spoelt / klapt van water (=Heel hard regenen) (Westfries)
- 't vlieg (gelijk) nadde (=het is lichtjes aan het regenen) (Kaprijks)
- 't Zal 'n farme blus goun duun. (=Het zal fel gaan regenen) (Bevers)
- 't Zit effen dikke, 't Goa kattejongen spuien (=Het gaat zo dadelijk regenen) (West-Vlaams)
- ' t reent, ' t zeent, de boern wèrn nat van ier tot iejn de stat (=het blijft maar regenen) (Brakels)
- ' t règent tot ' t zekt (=hard regenen) (Budels)
- Aa waave reigene (=Hard regenen) (Sint-Katelijne-Waver)
- aa waave reigenen (=heel hard regenen) (Sint-Katelijne-Waver)
- as het no 5 oor drug blift hebben de ouj wiever kirmis (=als het na 5 uur ophoudt met regenen blijft het voor die dag droog) (Maasbrees)
- as soeëvës de kwakkërs kwakë, geet ët raengërë (=als de kikkers 's avonds zitten te kwaken, gaat het zeker regenen) (Munsterbilzen - Minsters)
- as te kraeë bijéénkoeëme en vieël lëwaeëd maokë, geet ët raengërë (=hoor je de kraaien veel lawaai maken, wees dan maar zeker dat het gaat regenen) (Munsterbilzen - Minsters)
- de veirkes luëpn mi struë in er muil, `t zal go rèigern (=als iemand een sigaar opsteekt, zal het gaan regenen) (Meers)
- doë kump wirren sjoeër op (=het gaat regenen) (Munsterbilzen - Minsters)
- doen waaj èn Mestrich (=het laten regenen) (Munsterbilzen - Minsters)
- Het begunt te siepen, te mieser'n, ik vuule ut drupp'n. (=Het begint te regenen) (Hoogeveens)
- ich dink dattët wir geet joengële (=ik denk dat het weer gaat regenen) (Munsterbilzen - Minsters)
- ich viel aoën mën knieëk dattët geet raengërë (=ik voel het aan mijn knoken dat het gaat regenen) (Munsterbilzen - Minsters)
- kpeins dateije van ierbove een gat in zen kroan ée (=ik denk dat het dadelijk weer gaat regenen) (Antwerps)
- m n snee juukt : we krijge rege (=mijn litteken jeukt : het gaat regenen) (Oudenbosch)
- mèt zau e waer raengert et gieën (gan) (=he hoeft niet meer veel om te gaan regenen) (Munsterbilzen - Minsters)
- ne rink ronte zon brink raenger én de ton (=als er een gele ring rond de zon staat, gaat het regenen) (Munsterbilzen - Minsters)
- raengër viër aacht-oere, blaajf nie doere (=als het 's morgens voor 8 uur al regent, blijft het niet regenen) (Munsterbilzen - Minsters)
- t ´regent bloskes (=hard en overvloedig regenen) (Klings)
- t' goat moljoegn rinn (=het gaat hevig regenen) (west-vlaams)
- teen dat reent (=tegen de tijd dat het begint te regenen) (Kaprijks)
- tes ant smukken (='t is lichtjes aan het regenen) (Kortrijks)
- tgeet raengëre, de hëbs zëne pllër get leig hange (=de kruis van je broek hangt zo laag, het gaat zeker regenen) (Munsterbilzen - Minsters)
- Tgou katte spougen (=Het gaat pijpenstelen regenen) (Bevers)
- tregert aaw meujers (=hard regenen) (Turnhouts)
- vae doen waaj èn Mëstrich, loët ët mér raengëre (=laat het maar regenen) (Munsterbilzen - Minsters)
- vae doen waaj ze èn Mestrich doen assët raengert : loeët mèr valle, vae lope wol tèsse de dröppels doeer (=laat het maar regenen, we doen zoals ze in Maastricht doen : het laten regenen en tussen de druppels doorlopen) (Munsterbilzen - Minsters)
- woader giedn (=hard regenen) (Kaprijks)
- ze zin dor boven wa ont kljeirmoaken; 't zal subiet ne speet gôn doen, ze zé weer een schupken ont ljaan (=het zal seffens gaan regenen) (Sint-Niklaas)
- zolang es ut hard daauwt, hoevet vur mèèn nie te rèègene (=zo lang als het dauwt, hoeft het voor mij niet te regenen) (Kaatsheuvels)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen