Spreekwoorden met `om zijn`

Zoek

5 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `om zijn`

  1. boontje komt om zijn loontje (=hij krijgt wat hij verdient, de gevolgen zal iemand altijd wel een keer moeten gaan dragen)
  2. botertje aan de boom zijn / het is botertje tot de boom (=alles gaat goed zonder problemen)
  3. geen nagel hebben om zijn gat te krabben (=heel erg arm zijn)
  4. iemand om zijn vinger (kunnen) winden (=alles van iemand gedaan (kunnen) krijgen of alles mogen)
  5. te dom zijn om voor de duvel/duivel te dansen (=heel erg dom zijn)

10 betekenissen bevatten `om zijn`

  1. zo lustig zijn als een vogeltje dat koe heet (=buitengewoon loom zijn)
  2. gezien worden als een rotte appel/kool bij een fruitvrouw/groenvrouw (=er niet erg welkom zijn)
  3. geen a voor een b kennen (=erg dom zijn)
  4. tot geen drie kunnen tellen (=erg dom zijn)
  5. van voren niet weten dat je van achteren leeft (=erg dom zijn)
  6. van voren niet weten of men van achteren leeft (=erg dom zijn / erg ziek zijn)
  7. van pomp noch pompstang weten (=erg dom zijn, weinig weten)
  8. te dom zijn om voor de duvel/duivel te dansen (=heel erg dom zijn)
  9. het achter de oren hebben (=niet zo dom zijn als men lijkt)
  10. koud en heet uit één mond blazen. (=verschillende standpunten innemen om zijn eigen belangen te dienen)

20 dialectgezegden bevatten `om zijn`

  1. ' t zal nog van de neuze in de mond druppen (=loontje komt om zijn boontje) (Zottegems)
  2. Aa lei mè zaan bieën in de pleuster (=Hij heeft een gipsverband om zijn been) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  3. d'r word'n gien meesters geboor'n (=men moet wel oefenen om zijn vak te kunnen uitvoeren) (Westerkwartiers)
  4. doë zèk ich vergif op (=daar kan ik echt boos om zijn) (Munsterbilzen - Minsters)
  5. En dad in aa kas! (=Boontje komt om zijn loontje (letterlijk `en dat in uw kast`)) (Vilvoords)
  6. Hae kroog ze gewatsj (=Hij kreeg een klap om zijn oren) (Gelaens (Geleens))
  7. het mênke kimp vér ze gêld (=boontje komt om zijn loontje) (Bilzers)
  8. hij vecht veur liefsbehold (=hij vecht om zijn gezicht niet te verliezen) (Westerkwartiers)
  9. ich heir dich al op zën zokke aofkoëme (=geslepen zijn om zijn doel te bereiken) (Munsterbilzen - Minsters)
  10. iemëd noeë zën pijpe leire daase (=iemand om zijn vinger draaien) (Munsterbilzen - Minsters)
  11. iemes tege z'nen appel père (=iemand een draai om zijn oren geven) (Luyksgestels)
  12. ketje mie ketje weere (=loontje komt om zijn boontje) (kortemarks)
  13. Lu:ntjen komt om zèen bu:ntjen (sic: omkering t.o.v. SN) (=Boontje komt om zijn loontje) (Wichels)
  14. mè dat bitsjë (geld) rok tër toch gene kant (=dat is teweinig om fatsoenlijk te leven (of om zijn schulden af te betalen)) (Munsterbilzen - Minsters)
  15. mor mengs toch (=om zijn bezorgdheid te uiten zegt men dikwijls:....) (Sint-Niklaas)
  16. poets weedrom poets (=boontje komt om zijn loontje) (Kaprijks)
  17. spattëlë asof ze laeve tër van aofhink (=zich in alle bochten wringen om zijn vel (gezicht) te redden) (Munsterbilzen - Minsters)
  18. te lui om zijn kluut'n op tèffen (=heel lui) (Brakels)
  19. waat tûnktj d'r uch van (=iemand om zijn mening vragen) (Weerts)
  20. witte wa da doa van oan es (weet ge wat daar van aan is) (=om zijn verontwaardiging te uiten bij een gerucht dat de ronde doet en wanneer men de waarheid kent) (Leefdaals)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen