Spreekwoorden met `niets te`

Zoek

2 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `niets te`

  1. niets te halen (=niets te stelen of te ontnemen)
  2. niets te verletten hebben (=de tijd hebben)

17 betekenissen bevatten `niets te`

  1. een geplaveide weg is des duivels oorkussen (=als je niets doet en lui bent, doe je ook niks goeds / mensen die zich vervelen omdat ze niets te doen hebben, kunnen tot de slechts dingen komen daardoor)
  2. het is kwaad kammen daar geen haar is. (=bij arme mensen valt niets te halen)
  3. je kan geen kaalkop bij het haar vatten (=bij de arme valt niets te rapen)
  4. je kan geen kei het vel afstropen (=bij de arme valt niets te rapen)
  5. je kunt van een kale kikker geen veren plukken (=er valt niets te halen bij iemand die niets heeft)
  6. van een kale kip kun je niet plukken (=er valt niets te halen bij iemand die niets heeft)
  7. het klopt als een zwerende vinger (=het past goed; het is logisch; het is volkomen juist; er is niets tegen in te brengen. (Equivalent aan: het sluit als een bus.))
  8. er de dood in de pot zijn (=niets te beleven zijn)
  9. een wassen neus zijn (=niets te betekenen hebben)
  10. geen naam mogen hebben (=niets te betekenen zijn)
  11. ledigheid is des duivels oorkussen (=niets te doen hebben leidt tot misdaden)
  12. niets te halen (=niets te stelen of te ontnemen)
  13. niets in de melk te brokken hebben (=niets te zeggen hebben)
  14. om vliegen te vangen (=om te luieren (niets te doen))
  15. er is een tijd van spreken en er is een tijd van zwijgen. (=soms is het beter om niets te zeggen)
  16. onder de pantoffel zitten (=thuis niets te vertellen hebben)
  17. de tijd aan zich hebben (=weinig of niets te doen hebben)

50 dialectgezegden bevatten `niets te`

  1. a ee doer niks te koetten (=hij heeft daar niets te zeggen) (Meers)
  2. a eet niks in de pap te brokkel'n (=hij heeft niets te zeggen, hij heeft geen invloed) (Meers)
  3. a leit onder den sloef (=thuis niets te zeggen hebben) (Nijlens)
  4. Aa lei onder de sloef (=Hij heeft thuis niets te zeggen) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  5. aalpt ier een beetsjen, ge geefd aunders gieen maalk (=Help hier een beetje, je hebt toch niets te doen) (Lokers)
  6. Aj niks zeit hej ok niks te verantwoord'n. (=Wanneer je niets zegt, heb je ook niets te verwantwoorden.) (Twents)
  7. as ich mëne mond rier, zitste al op mich (=ik heb hier helemaal niets te zeggen !) (Munsterbilzen - Minsters)
  8. bau ët hat van vol ès, lëp te mond van iëvër (=het is moeilijk niets te laten blijken als je van iets vervuld zijt) (Munsterbilzen - Minsters)
  9. bendoe tong vergete / verlore? (=durf je niets te zeggen?) (Oudenbosch)
  10. d'r is met heur gien laand te bezeil'n (=met haar valt niets te beginnen) (Westerkwartiers)
  11. Dà hef niks in (=Dat heeft niets te betekenen) (Achterhoeks)
  12. daaj hèt hërre meester gevonne (=zij heeft thuis niets te zeggen) (Munsterbilzen - Minsters)
  13. Dae haet nieks te piezewiete. (=Die heeft niets te spenderen) (Roermonds)
  14. dae stink noë luie zweet (=die zweet van niets te doen) (Munsterbilzen - Minsters)
  15. dat dörp liekt wel uutsturv'm (=in dat dorp valt niets te beleven) (Westerkwartiers)
  16. dat hëb ich dan nog tegoed (=niets te danken!) (Munsterbilzen - Minsters)
  17. Dat hef niks um hakken (=Dat heeft niets te betekenen / stelt niets voor) (Drents)
  18. de hëbs haaj niks te koette (=hier heb je niets te zeggen (bevelen)) (Munsterbilzen - Minsters)
  19. de kons op zen kin kloppe (=er is niets te eten) (Munsterbilzen - Minsters)
  20. die kirrel zit onner 't plak (=die man heeft niets te vertellen thuis) (Westerkwartiers)
  21. Djé hèt ij niks te roetekoete (=Jij hebt hier niets te zeggen) (Brustems)
  22. doar hei't veur (=niets te danken) (sallands)
  23. doë ès gee lievemoederen aon (=aan die heb je niets te zeggen) (Munsterbilzen - Minsters)
  24. eddoe tong ingeslikt? (=durf je niets te zeggen?) (Oudenbosch)
  25. een fluitjse van ne cent (=dat heeft niets te betekenen) (Lovendegems)
  26. er hè tinnes niks ènde pap te brokke (le) (=hij heeft niets te zeggen) (Munsterbilzen - Minsters)
  27. ès weer ies zèn kloten ont schuren (=hij zit daar weer eens niets te doen) (Sint-Niklaas)
  28. g' eet ier niets te zegn! (=jij hebt hier geen spreekrecht!) (Waregems)
  29. g'et ier nie(ts)in de pap te brokken / niets te retteketetten (=je hebt hier niets in de melk te brokkelen) (Wichels)
  30. g'et ier niets te bassen (=je hebt hier niets te zeggen) (Wichels)
  31. geen cent te makken (=niets te verteren, zonder gelde zitten) (Rotterdams)
  32. gin uitstââns èn meej (=niets te maken hebben met) (Hulsters (NL))
  33. goa ét ier niks te rittentitte (=je hebt hier niets te maken / te zeggen) (Booms)
  34. haaj ès niks te mèrrë, leistere moeste ! (=hier is niets te maar-en, luisteren !) (Munsterbilzen - Minsters)
  35. haaj hëbs tich gaaraut niks te koekke (=hier heb jij helemaal niets te zeggen) (Munsterbilzen - Minsters)
  36. haaj hètter e graut bakkes, mèr te zeines likter onder de sloef (=hier voert hij het hogge woord en thuis heeft hij niets te zeggen) (Munsterbilzen - Minsters)
  37. hae loeg op zën lui petatte (=hij lag daar niets te doen) (Munsterbilzen - Minsters)
  38. Heej velt niks te kredieten. (=hier valt niets te halen) (Venloos)
  39. Help un douwen (=Hij heeft niets te klagen) (Ewijk (Euiwwiks))
  40. hij het niks ien 'e melk te brokkel'n (=hij heeft niets te vertellen) (Westerkwartiers)
  41. hij snapt alle zeuven boten inne week en nog gien vreten op tafel (=veel werk in de haven (7 dagen) en nog niets te eten) (Harlingers)
  42. hij zit ur ginne n'ééne (=Hij heeft niets te vertellen) (Kaatsheuvels)
  43. hije ei niks te retteketetten thuies (=hij heeft niets te zggen thuis) (Londerzeels)
  44. ich hëb taus niks te koekë, mën vroo drig te broek (=thuis heb ik niets te zeggen, mijn vrouw deelt de wetten uit) (Munsterbilzen - Minsters)
  45. ie stoa woa da den bustle stooa (=hij heeft thuis niets te zeggen) (Harelbeeks)
  46. ij ee niet te piebm (=hij heeft niets te zeggen) (Kaprijks)
  47. Ij eet ier niets te bassen (=Hij heeft hier niets te zeggen) (Zelzaats)
  48. ij ligt onder de sloef; tes en oepnemvod (=hij heeft niets te zeggen) (Diesters)
  49. ik ston ie veu pietsnot (=Ik sta hier voor niets te wachten) (Bornems)
  50. Ik zit een beetje in 't vuil (=Ik heb niets te doen) (Boskoops)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen